
Gek op wijn
Eerder toegang tot het roséseizoen
Het perfecte zomerdrankje
De zomer nadert (eindelijk) en in het (zon-) licht daarvan bekijken we het ultieme zomerdrankje: rosé. Want niet veel ademt zoveel zomer uit als een glas verfrissende en koude rosé in de zomerzon. Toch zijn er verschillende soorten rosé. Een overzicht.

Lijkt rosé het meest op rode wijn of witte wijn?
Eerst en vooral kan het echter handig zijn even te bekijken wat rosé net is, aangezien men vaak onterecht denkt dat rosé meer weg heeft van rode dan van witte wijn. Wat betreft de smaak en opslag, lijkt rosé meer op witte wijn omdat hij ook koud moet worden gedronken. Technisch gezien komt rosé weer meer in de buurt van rode wijn, hij wordt dan ook altijd gemaakt van blauwe druiven, rodewijndruiven dus.
De druiven worden geperst, waarna de druivenschillen vóór de maceratie snel uit de overblijvende sappen worden verwijderd, zodat de schillen de wijn slechts een minimale kleur geven. Bij rode wijn liggen de schillen dan ook langer in de sappen, wat bijdraagt aan de donkerdere en rodere kleur. Bij rode wijn kunnen de schillen ook gewoon korter of langer blijven liggen, wat mee bepalend is voor de uiteindelijke kleur van de wijn.
Een ander goed geheugensteuntje is dat rosé het tegenovergestelde is van oranje wijn. Oranje wijn wordt gemaakt van groene druiven, ofwel wittewijndruiven, die men gedurende langere tijd laat rusten tijdens de maceratie, wat resulteert in witte wijnen met een donkerdere kleur, oranje wijn dus.

Rosé heeft een landelijk/regionaal karakter
Net als rode en witte wijn wordt rosé uiteraard ook beïnvloed door het land/de regio/de terroir waar hij vandaan komt en neemt de wijn ook de smaak van de druivensoort over. Een rosé die zuiver van Pinot noir is gemaakt, smaakt met andere woorden heel anders dan een rosé van Tempranillo of Zinfandel. In theorie kunnen alle rodewijndruiven worden gebruikt om rosé te maken, maar er zijn er zeker enkele die meer worden gebruikt dan andere in de roséwereld. De meest voorkomende zijn Grenache/Garnacha, Pinot noir, Sangiovese, Mouvédre/Monastrell, Tempranillo, Shiraz/Syrah, Montepulciano, Zweigelt en Cinsault, maar als u er één vindt die van een andere druif werd gemaakt, moet u er ook niet voor terugdeinzen. En net als bij rode en witte wijnen kan een rosé zonder probleem gemaakt zijn van een mix van twee of meer druiven.

Donkere of lichte roséwijn?
Een populair onderwerp bij rosé is de kleur. Veel mensen zweren bij een lichte, roze en zalmkleurige stijl, terwijl een donkerdere, meer roodachtige kleur afschrikkend kan zijn, omdat het iets overdreven zoets kan suggereren. Het klopt ook dat de meeste lichtgekleurde rosé heel fris en weelderig is, maar een donkere rosé is niet per se zoet. De donkere kleur kan er ook op wijzen dat de rosé krachtiger, potenter en complexer is en dus goed zal combineren met gerechten, en dat is niet slecht.

Combineer je roséwijn met het eten
Wat betreft het combineren van rosé met gerechten, is er eigenlijk meer mogelijk dan men zou denken. Omdat rosé een hoge zuurtegraad en fruitigheid heeft, is hij een uitstekende metgezel voor gerechten met een sterke kruidenbeleving of veel knoflook. Dit kan een kruidige wok of de klassieke Franse vissoep, bouillabaisse, zijn. De elegantere rosé's zijn ook heerlijk bij sushi, zoute en kruidige koude tapa's of lichte vis op de barbecue. Hebt u een zoete rosé, dan is dit de perfecte gelegenheid om op zoek te gaan naar verse aardbeien (doe er echter geen zware room op!).
Tot slot willen we nog benadrukken dat rosé vanzelf heerlijk is als de zon schijnt ... en de zon schijnt altijd wel ergens ter wereld!